Thursday, April 26, 2012

I robot ...


een tegenvallende speelfilm maar gebaseerd op de magistrale boeken van Isaac Asimov, nog altijd mijn favoriete SF schrijver. Ik moest er aan denken toen ik las dat de Zuid Koreaanse regering experimenteert met robotcipiers: robots als gevangenbewaarders.
Voorlopig beperken hun activiteiten zich tot eenvoudige handelingen en vooral het observeren van gedetineerden. Een volgende versie zou ook kunnen 'visiteren': klinische term voor onderzoek om te controleren of men geen drugs smokkelt via 'lichaamsopeningen'. Men meent op deze wijze het werk veiliger te maken en minder cipiers nodig te hebben.

Dat lijkt mij zeer de vraag. Veel gedetineerden voelen zich, terecht of niet, nu al 24 uur per dag bekeken. Er staan in ieder geval meer toezicht camera's in een gevangenis dan in uw straat. Bejegening geschiedt via een set van regels die strikt worden toegepast; het regime. Dat regime wordt door gedetineerden veelal ervaren als de natuurlijke vijand. Verveling speelt daar een belangrijke rol in. Men spreekt daarom van 'zitten'. 'Hij moet x maanden zitten'. Engelsen hebben een omschrijving die dit pregnanter uitdrukt: 'Doing time'.

Het robot experiment gaat vermoedelijk mislukken wegens sabotage. Die term 'sabotage' komt overigens van 'sabots' (klompen). Arbeiders vernielden in de 19de eeuw moderne apparatuur door hun klompen erin te werpen waardoor het mechanisme vastliep. Begrijpelijk want één zo'n apparaat verving x arbeidsplaatsen. In ons geval hebben gedetineerden en cipiers een gezamenlijk belang.

Wanneer een gedetineerde zijn plantjes water geeft zou hij zomaar kunnen morsen over de robot bij zijn cel. 'Sorry sorry sorry, er kwam ook ineens hele rare rook uit'. 

Monday, April 23, 2012

En toen was het crisis


Volop in het nieuws: de radiostilte werd met een luide knal verbroken door het geluid van een dichtslaande deur.

Komt slecht uit tijdens een economische crisis. Komt slecht uit omdat de regering op korte termijn had moeten bezuinigen. Komt slecht uit omdat onze AAA status onder vuur ligt.

Economische crisis + kabinetscrisis = 'Belgische toestanden' waarbij aangetekend dat het die Belgen niet zo beroerd verging in hun regeringsloze periode.

Grootste politieke verliezer wordt de PVV, 'zeg nooit nooit in de politiek' maar geen partij gaat komende jaren met Wilders in zee, hoeveel zetels ze ook halen. Daarbij zou hij kampen met problemen om de boel intern bij elkaar te houden (leuke job voor Cohen?)

Om uit de bezuinigmaatregelen voor komend jaar te komen zal wellicht de hele tweede kamer komende tijd als openbaar Catshuisoverleg fungeren, dat wordt een levendige bedoening zonder radiostiltes: het Poolse landdag model in plaats van poldermodel. Compromissen worden in het openbaar gesloten. Menig kiezer zal dit als koehandel ervaren maar het is eerlijke koehandel, we mogen er allemaal bij staan en meekijken. Daarna kiezen we weer.

Friday, April 20, 2012

De lange twintigste eeuw/ Pieter Caljé en Jaap den Hollander

Een lezenswaardig boek dat de wereldgeschiedenis doorneemt en ook de verschillende opvattingen hierover aanstipt. De twintigste eeuw van deze auteurs begint met redenen omkleed al in 1870 en duurt per herdruk telkens langer. Daarmee bedienen ze hun tijdgenoten voortreffelijk maar de twintigste eeuw duurt volgens Caljé en Hollander inmiddels 140 jaar. Was het beginpunt al aan de vroege kant, het eind begint zo langzamerhand zoek te raken.

Ik snap hun overwegingen en de 'eeuwlengte' tast de kwaliteit van het boek niet aan: de echte periodisering zullen historici pas over 100 jaar kunnen maken. Ik ben heel benieuwd, jammer dat ik er niet meer bij zal zijn. Mogelijke uitslag: de korte twintigste eeuw, van 1914 tot 1990, ingeluid door een wereldoorlog in twee bedrijven (wat we nu als twee wereldoorlogen beschouwen) met de koude oorlog en de dekolonisatie als nasleep.

B.Logger

terug van weggeweest: de tuinegel



Wednesday, April 18, 2012

ACTA

ACTA (nee niet ACDA, dat is die band) is een verdrag dat er o.a voor moet zorgen dat het intellectueel eigendom beter beschermd wordt en wil tevens de handel in namaakartikelen tegengaan. ACTA staat voor ‘Anti-Counterfeiting Trade Agreement’. Een hele mond vol.

De bedoelingen van het verdrag zijn goed, maar zoals zo vaak met dit soort groots en wereldwijd aangepakte verdragen wordt het kind met het badwater weggegooid. En dat is jammer. Want wie zou nu tegen de grondbedoelingen van ACTA kunnen zijn?

Even een wat langer citaat: “De gezochte voordelen van deze internationale afspraken vallen in het niet bij de schendingen van de burgerrechten die het verdrag mogelijk maakt. Gegeven de vaagheid in sommige onderdelen van de tekst [van het verdrag, red] en de onzekerheid over de interpretatie, kan het Europees Parlement een adequate bescherming van de burgerrechten in de toekomst niet garanderen onder ACTA

Dit zegt veel. In achterkamertjes, niet transparant tot stand gekomen, bedenkt men iets dat ver zijn oorspronkelijke doelstellingen (kan) voorbij schiet. Wanneer deze teksten gehandhaafd blijven kan iedereen er min of meer in lezen wat hij wil. “De vrees dat ACTA meer kwaad dan goed doet is echter alom aanwezig. Tegenstanders vrezen voor internetcensuur en dat de privacy van internetgebruikers in het geding zal komen”.

Het verdrag ligt momenteel ter goedkeuring bij Europa. Daar is unanimiteit nodig, elke lidstaat moet dus zijn goedkeuring verlenen. Een paar landen hebben al gezegd dit niet te doen. Het is te hopen dat Europa zijn po(o)t(en) stijf houdt, er zijn andere voorbeelden waarbij na verloop van tijd men alsnog akkoord ging met een slecht verdrag. Om de lieve vrede maar te bewaren denk ik dan bij mezelf. Lees meer hier en hier en hier.

Tuesday, April 17, 2012

het Compromis

Stel: u wilt dit jaar dolgraag naar Spanje op vakantie, lekker makkelijk, luieren, luxe hotel, zon en zee en warmte etc. Uw partner heeft dit jaar de zinnen gezet op Finland: eeuwig zingende wouden, meren, kamperen, kampvuur, avontuur.

Bij wijze van compromis berekent u nu samen de afstand tussen Rovaniemi (Finland) en Barcelona (Spanje), deelt die afstand door twee en zet exact halverwege een stip op de landkaart, dat wordt uw gezamenlijke vakantie bestemming ... Welkom te Flensburg, wereldberoemd om haar monumentale kerken in baksteen gotiek! Niets ten nadele van Flensburg maar dit gaat echt niet werken.

Ik moest hier aan denken vanwege het gedoe rond de Hedwigepolder.

Indertijd spraken EU, België en Nederland af dat deze polder onder water gezet wordt ter compensatie van milieuschade veroorzaakt door uitdieping van de Schelde. Deze afspraak kwam nog tot stand onder leiding van oer Zeeuw Balkenende. De emoties gingen huizenhoog in Zeeland want na eeuwen van noeste landwinning en verlies, meest recent de watersnood van 1953, is onder water zetten van polders een tegennatuurlijke handeling. Snap ik. Het huidige kabinet wil onder de afspraak uit: plan wordt nu 1/3de van Hedwigepolder onder water te zetten en ergens anders nog een stukje.

Net als mijn vakantie voorbeeld is dit een ongelukkig compromis want geen enkele betrokkene heeft het gevoel hier iets bij te winnen. Er zijn alleen maar verliezers. Hopelijk gaat dit niet model staan voor de uitslag van het Catshuis overleg.

B.Logger.

Monday, April 16, 2012

De ziel in de literatuur

De ziel in de literatuur / red. Edith Brugmans. Dit is een boek uitgegeven in de reeks Annalen van het Thijmgenootschap.

Het Thijmgenootschap is een vereniging voor wetenschap en levensbeschouwing. In de reeks Annalen geeft het genootschap vier maal per jaar een bundel artikelen uit over een actueel thema.

Ditmaal is dat thema de ziel in de literatuur. In zestien essays op het grensgebied tussen filosofie en literatuurwetenschap komt een groot aantal thema's en invalshoeken aan bod. Bijvoorbeeld de strijd om de ziel bij Plato en Reve, of zelfonderzoek bij Augustinus en Dostojevski.

De auteurs zijn werkzaam in de wetenschap, en hebben vaak een band met de katholiek geïnspireerde Radboudstichting. Zij schrijven voor een breed publiek, betrokken en boeiend. Hoewel dit boek in 2009 verscheen is het in deze maand van de filosofie die zich bezighoudt met de ziel, verrassend actueel.

Friday, April 13, 2012

Somber geluk

Wij Nederlanders staan op de vierde plaats van alle landen ter wereld als het om geluk gaat. We zijn op drie na het gelukkigste volk ter wereld, slechts Denen, Noren en Finnen staan boven ons. Een eerste conclusie vind ik dat levensgeluk zich kennelijk onverantwoord ophoopt in Noordelijk Europa. Zelfs Zwitsers, nauwelijks zuidelijker en bekend om hun 'levensgevoel', hinken achter ons aan, ook al die zogenaamd vrolijke Fransen achten zich ongelukkiger.

We moeten dus massaal naar Groningen, Friesland en Drenthe verhuizen, want hoe noordelijker hoe beter. Ons ongelukkige Limburg dient waar mogelijk gemeden te worden. Het ontvolkte Limburg en ook Zeeland worden heel fijne plekken voor Vlamingen om zich te vestigen. De Walen moeten genoegen nemen met het zodoende vrijgekomen Vlaanderen etc.

Er was ook ander nieuws: Nederlanders zijn uiterst somber over de economie. Het ene onderzoek sluit het andere vrijwel uit. Want kun je aantoonbaar somber zijn en even aantoonbaar gelukkig? Hoe is dit mogelijk? Zoiets is denkbaar wanneer je welvaart onbelangrijk vind zoals in Nepal, zij streven niet naar welvaart en vooruitgang en hebben zelfs een ministerie voor geluk. Maar zo zijn wij toch niet? Nee inderdaad, zo zijn wij niet. Wij gaan ook zeker niet massaal naar het noorden verhuizen, als echte handelsnatie pakken wij dit anders aan.

Geluk is in tegenstelling tot bijvoorbeeld olie of aardgas onuitputtelijk en daarom steeds uit voorraad leverbaar. Geluk kan ons nieuwe export product worden. We moeten wel even uitvinden hoe je geluk kunt opslaan, anders is het niet het te exporteren. Ouderwets bottelen in flesjes (met of zonder statiegeld) zou ik zeggen.

We moeten ons nieuwe product verstandig vermarketen, bijvoorbeeld geen petflessen: een petfles vol geluk klinkt als: 'geluk is pet'.
Overigens dient de verpakking wel aantrekkelijk en universeel vrolijk te maken. Evenals de toenmalige autofabrikant Ford ben ik voor één product: dus één soort geluk voor iedereen. Niet: in Rusland verkopen we heel ander geluk dan in Zimbabwe, Bolivia of België.

We moeten daarbij niet voor duurzaam geluk gaan, dan heb je wel tevreden klantjes maar ze komen nooit meer terug. Eerder genoemde Ford maakte zijn T Ford zo solide dat ze 20 jaar of langer meegingen. Niet doen. Ons product moet precies duurzaam genoeg zijn en geluk mag best naar meer smaken al moet het niet (aantoonbaar) verslavend zijn of slecht voor de gezondheid.

Indien mogelijk moeten we voorkomen dat de Denen Noren en Finnen zich ook op de geluksmarkt storten, zij hebben immers een voorsprong. Een moeilijke diplomatieke missie waarbij moet worden ingespeeld op het egoïsme en eigenbelang van de Scandinaviërs. Het oppotten van geluk moet met kracht bevorderd worden in het hoge noorden. Ondertussen gaan wij dan een slimme strategische alliantie aan met Nepal. Koeien met gouden horens beloven: jullie worden ons distributiepunt voor gansch Azië. Nederlandse geluks(onder)zoekers dienen nauw samen te werken met Nepalezen want dankzij hun ministerie hebben ze een voorsprong.

Wat moet het fantastisch zijn om in die geluksindustrie te werken. Nuttiger werk is niet denkbaar. Wat zal de werkeloosheid dalen in ons land want dit wordt ongetwijfeld een arbeidsintensief product, eindelijk volledige werkgelegenheid. En ook ongelukkige mensen kunnen ingezet worden want er zijn vast wel dingen waarin je wel gelukkig bent. Dankzij volledige werkgelegenheid stijgen we naar nummer 1 op de internationale gelukslijst en genereren we nog veel meer omzet. We zijn nooit meer somber over de economie en ontwikkelingshulp kunnen wij afschaffen: een achterhaald product.

B.Logger

Thursday, April 12, 2012

Wednesday, April 11, 2012

The gospel according to Larry

The gospel according to Larry / auteur: Janet Tashjian. Josh Swensen is zeventien jaar oud en wil iets dat veel jongeren nastreven: de wereld veranderen. Hij begint een blog, waarop hij columns schrijft die hij pamfletten noemt, over de wereld, de maatschappij en het milieu. En dan in het bijzonder: wat daaraan allemaal anders moet.

Josh schrijft zijn blog anoniem en noemt zichzelf Larry. Zijn website wordt al snel een enorme hit en Larry heeft duizenden, misschien wel miljoenen fans. Josh geniet van het succes van zijn blog, maar is tegelijkertijd bang te worden ontmaskerd. Niemand weet dat hij Larry is, zelfs zijn beste vriendin Beth niet, op wie hij al jaren stiekem verliefd is. Larry’s succes wordt steeds groter, en wanneer een volhardende tegenstander ontdekt dat Josh achter het personage zit, belandt zijn leven in een stroomversnelling. De rustige Josh die zich het liefst in de natuur terugtrekt, wordt overspoeld door de pers en staat vol in de schijnwerpers. Om aan al deze aandacht te ontsnappen, bedenkt hij een bizar plan.

Janet Tashjian beschrijft in ‘The Gospel According to Larry’ op spetterende wijze de opkomst en teloorgang van Josh’ succesvolle weblog. Ze laat zien hoe iets dat begint als een populaire website met een hoger doel, uitgroeit tot een rage en later een ware klopjacht. De spanning waaronder Josh staat is tijdens het lezen haast voelbaar. De vorm van het boek, auteur schrijft verhaal over een jongen die een verhaal schrijft als een andere jongen, roept de vraag op in hoeverre het verhaal is gebaseerd op ware gebeurtenissen. Het antwoord daarop blijft in het midden, en dat is alleen maar heel goed. (SK)

Tuesday, April 10, 2012

Er zijn geen dingen die niet bestaan

zo luidt de titel van een flinterdun boekje van René van Woudenberg (ondertitel: wat is filosofie en wat heb je eraan?) Hij schreef naast andere stukjes (feitelijk columns) ook over het titelonderwerp. Tezamen vormen die stukjes een heel andere inleiding in de filosofie: leuk, leesbaar en niet hoogdravend. Woudenberg is hoogleraar filosofie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam

'Er zijn geen dingen die niet bestaan', schoot me opnieuw te binnen vanwege het thema van de filosofiemaand: 'de ziel'. Een omstreden onderwerp want bestaat er zoiets als de ziel? Een vraag die het onderzoeken waard is.

Wanneer ik Woudenberg’s dubbele ontkenning (geen en niet) verwijder uit de stelling: er zijn geen dingen die niet bestaan, staat er: 'er zijn dingen die bestaan' of ultrakort: 'dingen bestaan'. Voor die laatste vaststelling hoeft men volgens mij geen jarenlange studie te verrichten.

Ziel bestaat als woord in (vrijwel?) alle talen. Interessant wanneer er een taal wordt ontdekt die hier geen voor term heeft, mede omdat het begrip gehanteerd wordt door (vrijwel?) alle religies: van de bezielde wereld der natuurreligies tot en met wereldgodsdiensten. Hoe zou de religie van een volk met een taal 'zonder ziel' er uit zien?

Dat ziel in taalkundig opzicht bestaat is geen bewijs dat de ziel ook in andere opzichten bestaat. Het kan een aanwijzing zijn. Zeker wanneer je daarbij bedenkt dat het begrip ziel een enorm verspreidingsgebied heeft. Ziel is een krachtige collectieve opvatting.

Maar hebben we het steeds over hetzelfde, wordt overal hetzelfde verstaan onder ziel? Een wereldwijde conferentie van alle godsdiensten over dit onderwerp kan uitkomst bieden. Als zij het eens worden kunnen onze filosofen ook weer vooruit.

Misschien moeten onze deelnemers eerst oefenen op een eenvoudiger begrip zoals tafel. Vermoedelijk zitten ze aan een tafel en constateren dat tafels zintuiglijk waarneembaar zijn, je kunt een tafel zien, voelen, ruiken, proeven, horen, een tafel heeft een duidelijk doel en een grondvorm. Dit zou een aardige kennismakingsoefening zijn voor ons gezelschap, ik vrees dat het gedonder alsnog begint bij agendapunt 2: wat is een ziel?

Ook zonder dat men er uit komt: een begrip wat in alle talen in vele verbanden definities en gedachtegangen gebruikt wordt vervult kennelijk een rol of functie in (ons beeld van) de werkelijkheid. Het feit dat we de ziel niet kunnen waarnemen zegt in dit opzicht niet veel. Want zou de regenboog bestaan wanneer alle mensen blind zouden zijn? 'Ja, er is alleen moeilijk achter te komen.'

B.logger

Friday, April 6, 2012

Paaskat

Rond de paasdagen denk ik nog wel eens aan hem terug.

Poll was mijn eerste kat, een zwart witte kater, bekwaam mollenvanger, muizen en vogeljager van formaat, hij nam ook wel eens een rat mee en ooit moest ik een uit de kluiten gewassen fazant ontzetten die groter was als de kat zelf. Het aquarium met goudvissen had eveneens z'n levendige belangstelling ,ooit trof ik hem aan met zijn voorpoten in de bak, zijn kop in het water. Kortom, een formidabele kat.

Op een kwade dag stond een buurman aan de voordeur met het ontzielde lichaam van Poll in zijn armen, fataal aangereden. Gewikkeld in een handdoek begroeven we hem in het park achter ons huis. Mijn verdriet was groot, ik ging bij een broer op bezoek bij wijze van rouwverwerking. Broers woonden in die tijd nog bij je in de buurt.

Weer thuisgekomen vernamen we een wonderlijk vertrouwd geluid van bij de achterdeur : een mauwende poes! Pijnlijk, uitgerekend op deze trieste avond. Het gemiauw hield aan en gekrab aan de deur klonk wel heel erg als Poll. 'Maar ... dat kon toch helemaal niet?' Nee, het was geen akoestische illusie, ook mijn huisgenoten hoorden het.

Toen we na een paar minuten de achterdeur toch maar openden sprong een wat verontwaardigde Poll naar binnen, niet gewend zo lang te moeten wachten. Geen spoortje aarde aan zijn lijf, geen enkele verwonding meer! Grote vreugde, een vreemde ervaring, een echt wonder: een dode die je zelf hebt begraven levend tegenkomen, zelfs als het een huisdier is.

Maar ook onbegrip: dit kon immers helemaal niet! Op zoek naar een verklaring liepen we naar het verse grafje, het lag er bij zoals we het achtergelaten hadden. Totdat we ons realiseerden ....

Poll heette feitelijk Pollux, de mythische wederhelft van tweelingbroer Castor. Die naam had hij met reden. Daarmee bedoel ik niet de merkwaardige overeenkomst met de mythische Pollux die onsterfelijkheid werd geschonken door oppergod Zeus. Nee, Poll kwam uit een nest van twee, zijn broertje leek sprekend op hem en woonde in de buurt. Zijn broertje moet die dag zijn afgedwaald en vlak bij ons huis zijn doodgereden. Na de vreugde over de terugkeer was onze volgende plicht een ander gezin verdrietig te maken en het grafje te wijzen.

Poll werd later een succesvolle boerderijkat en verdween plotseling na een 'jachtig' leven en een rustige oude dag. Hij werd ongeveer 22 jaar.

B.Logger

Tuesday, April 3, 2012

Openlucht Museum 100 jaar

Wat gaat de tijd toch snel. Het lijkt een eeuwigheid geleden dat ik in het Openlucht Museum was. Toch herinner ik me dat nog vrij levendig. Het was met de kinderen, toen die nog een stuk jonger waren, om niet te zeggen klein. Een ervaring die we met veel ouders delen denk ik.

Wanneer je het woord ‘museum’ liet vallen werd je nog net niet uitgelachen, maar veel enthousiasme viel er niet te bespeuren. Het Openlucht Museum was anders, was niet een echt museum.

Daar kon je lekker rondrennen, je kon in de boerderijen en huizen kijken, je kon er omheen lopen. Het was leuk om te zien hoe de mensen vroeger, soms nog niet eens zolang geleden, leefden. Spannend ook wel. De Zaanse buurt, de molens…… Kortom, een museum vermomd als een leuke buitenactiviteit.

Ook met buitenlands bezoek zijn we daar wel eens beland. Hoe zou het er eigenlijk nu uitzien? Nu, in 2012, nu het 100 jaar bestaat? Ach, ik moest er maar weer eens heen, zien of er veel veranderd is.

Mijn ervaringen en uw ervaringen kunnen opgestuurd worden naar een pagina op onze website. Deze verhaaltjes worden dan na verloop van tijd gebundeld. Ik ben reuze benieuwd.

Monday, April 2, 2012

oud nieuws?

Voor wie het nog niet wist; het forensisch onderzoek naar de moord op Willem van Oranje is afgerond. De moordzaak uit 1584 die iedereen zich uit de lessen vaderlandse geschiedenis herinnert.

Voor de wereldgeschiedenis was het 't begin van een lange terroristische traditie: hij was het eerste staatshoofd ooit die met vuurwapens werd gedood. Hoewel staatshoofd? In de ogen van z'n tegenstanders was hij een vogelvrij verklaarde rebellenleider, Philips II, de koning van Spanje zette een prijs op zijn hoofd.

Ik zag de zaak ergens ten onrechte omschreven als 'cold case', dat zou inhouden dat de zaak nooit is opgelost maar de dader werd op heterdaad betrapt en kwam beroerd aan zijn eind.

De resultaten van het onderzoek werden vlak voor 1 april, onze nationale fopdag, bekend gemaakt. Een ongelukkig gekozen moment, bovendien heette de onderzoeksleider 'van Spanje', een wat verdachte achternaam. Één van de belangrijke uitkomsten is dat Willem van Oranje nooit zijn beroemde laatste woorden kan hebben uitgesproken, hij was te dood om ze uit te spreken en hij was dat vooral te onmiddelijk.

Nu was al bekend dat de staten generaal kort na de moord bijeenkwamen want 'hoe nu verder'? Daarnaast bogen ze zich ook over het probleem dat er geen laatste woorden bekend waren. Korte tijd later beginnen dan toch laatste woorden te circuleren. Eigenaardig. Die laatste woorden zijn bovendien tevens een citaat, iets wat Willem ooit al eens schreef. wonderlijk: iemand die zichzelf al stervende citeert. Daarbij kwam de inhoud de staten generaal verrassend goed uit: 'wees met mij en mijn arme volk' plaatste Willem van Oranje definitief in zijn rol van vader des vaderlands.

Vermoedelijk is dit een klassiek geval van spindokteren. Het onderzoeksresultaat zet dus niet alles op zijn kop maar is slechts een nieuw bewijsstuk. Voor een man met als bijnaam 'de zwijger' levert dit geen reputatieschade op.

B.Logger