Showing posts with label kerstverhaal (driedelig). Show all posts
Showing posts with label kerstverhaal (driedelig). Show all posts

Monday, December 24, 2012

Kerst te Argus (slot)


Nu sijt wellekome

Bij thuiskomst wachtte de langste slungeligste gestalte die Miriam ooit zag. Bijna nog verbazingwekkender was dat haar ouders geen spoor van verbazing vertoonden.

Haar moeder sprak de rituele woorden: 'Treed binnen, ons huis is uw huis'.
De jonge man maakte een sierlijke buiging. 'Met grote dank, Jusef Simmons'.
Zijn handdruk was stevig. Steviger dan beleefd werd geacht, op een eigenaardige manier ook zacht. Het was niet de hand van een werkman. Hij keek haar nadrukkelijk aan.

'Deze jongeman is vanavond onze gast, hij was niet in beeld op de bijeenkomst, hij is dan ook geen bemanningslid' legde haar vader uit. 'Bijna niemand weet van zijn aanwezigheid'.
Jusef glimlachte ' en dat wil ik graag zo houden, ik ben geen verstekeling, de bemanning weet exact wie ik ben.' 'Ik ben historicus, een verre collega van je vader en ook diplomaat'.

De kerstmaaltijd was één van die bijzondere gelegenheden dat er vlees werd gegeten en deze keer kwam er zelfs wijn op tafel. Haar ouders zaten gewoontegetrouw ieder aan een hoofd van de tafel en Miriam in het midden maar nu tegenover deze Jusef in al zijn overdonderende vreemdheid.

Het tafelgesprek ging voornamelijk over Argus en drong slechts bij vlagen tot Miriam door, het bevatte weinig nieuws voor de dochter van een historicus.

Ooit was Argus astroïde 1123020, ze werd één der eerste mijnbouw asteroïden, geëxploiteerd door Bethlehem steel. Nadat de delfstoffen gewonnen waren kocht een christelijke groepering de astroïde om zich daar te vestigen. In de begintijd van het imperium kreeg Bethlehem een interstellair voortstuwingssysteem en omgebouwd tot ruimteschip. Bethlehem verliet het zonnestelsel en werd na een lange diensttijd als explorer tenslotte als 'HMS Argus' gestationeerd aan de buitengrenzen van het imperium om observatietaken te verrichten.

Miriam zag voornamelijk hoe zijn slanke handen het bestek hanteerden en die merkwaardig blauwe ogen.

Tijdens het nagerecht, de traditionele kerstpudding, verschoof het gespreksonderwerp naar het imperium en de toestand in de werelden.
Jusef vertelde hoe het imperium meer en meer verdeeld raakte wegens zwak bestuur, men maakte zich op voor een oorlog.
'Het is nu nog een schemeroorlog, maar het zal niet lang meer duren voor er een echte oorlog uitbreekt'.

Miriam staarde naar haar bord: 'Wat verschrikkelijk' mompelde ze.
Jusef nipte nog eens van zijn wijn: 'jullie boffen, de buitengrenzen van ons imperium zijn een veilige plek, de kans is klein dat de oorlog jullie gaat treffen'. 

'Oh pardon' Miriam stootte Jusef per ongeluk aan onder de tafel of was het andersom?

Jusef glimlachte: 'Dit is geen tijd voor sombere beschouwingen, dit is kerstavond, laat ons een lied zingen'.

Hij boog zich voorover en haalde uit zijn plunjezak haalde een snaarinstrument tevoorschijn. 'Kijk dit een luit' legde hij uit.
'Hé' lachte Miriam, 'zoiets hebben wij ook, maar dan anders'.
Ze holde naar haar kamer en pakte de luit.
Er ontspon zich een gesprek over het verschil tussen beide instrumenten: de vorm kwam overeen maar het aantal snaren verschilde.   

Het was even zoeken om het zessnarige en het achtsnarige instrument op elkaar af te stemmen. Vervolgens zochten ze een lied uit dat zij allen kenden. Nooit eerder klonk zo prachtig het aloude lied 'Nu sijt wellekome'. meerstemmig, begeleid door twee luiten.

Men keek elkaar aan. In ieders ogen stonden tranen.

'Dit lied is zo oud als de werelden zelf en het doet me zo aan thuis denken. En, vervolgde Jusef fluisterend: 'ik ben al zo lang onderweg'.

Het werd stil. Miriam's vader keek alsof hem iets te binnen schoot en stond resoluut op. Haar moeder zei: 'we maken samen nog even een ommetje, het kan even duren'.


Kerstkinderen (uit de memoires van prinses Miriam: deel I mijn jeugdjaren)

Inmiddels een oude vrouw maar ik herinner mij dit als de dag van gisteren. Wellevendheid en fatsoen verbieden mij deze episode verhalend voort te zetten. Negen maanden later werd Argus 'getroffen' door een kleine geboortegolf (14 in getal)

Ongemakkelijk voor zowel bestuurders als de voorganger maar niet ongewoon na bezoeken van buitenaf zoals ik later ontdekte. Lange tijd raadselachtig voor anderen was de maagdelijke geboorte: Jusef's aanwezigheid moest geheim blijven. Dit 'raadsel' werd opgelost toen prins Jusef de nieuwe keizer van het imperium werd en mij aannam als zijn vrouw.  

De situatie op Argus was sowieso al eeuwenlang ingewikkeld. Er werd strikte geboorteplanning opgelegd door de bestuurders. Argus kon hooguit plaats bieden aan 1500 á 1600 zielen. Onze oorspronkelijke leefregels verzetten zich tegen geboortebeperking. Dit dilemma is beschreven in een publicatie van één van mijn voorouders: 'het grote sterven: bestuurders en voorgangers in tijden van honger en dood'. 

Mijn vader beschreef in een vervolgwerk 'een verborgen geschiedenis' het andere dilemma: dat van een kleine geïsoleerde gemeenschap die slechts eenmaal in de 50 jaar bezocht wordt door een bevoorradingsschip. Het risico van inteelt is dan groot maar onze leefregels verboden uiteraard promiscue gedrag.  De enige oplossing was dat bestuurders en voorganger eenmaal per vijftig jaar discreet de andere opkeken. Dat deden ze dan ook, zonder enig enthousiasme overigens. 

In dit geval ging het om een ongepland bezoek van een verkenningsschip. Achteraf kan ik alleen maar bewondering hebben voor de wijze waarop de voorganger dit in zijn kerstpreek verwerkte. Het overige is geschiedenis en uistekend beschreven in 'de kronieken van het imperium'.

Wednesday, December 19, 2012

Kerst te Argus II


 De samenkomst

Gearmd met haar ouders ging ze de bekende weg. Miriam in het midden, haar ouders ieder aan een kant. Een stukje omhoog door de velden, langs het boomgroepje, een flauwe bocht omhoog en weer naar beneden. Boven hen de sterren, in de verte een rij bewegende lichtjes: andere gezinnen met hun fakkels, ook op weg naar de viering. Het was windstil, niet koud, de sneeuw knerpte onder hun schoenen. Naarmate ze naderden hoorden ze stemmige muziek en geroezemoes.

Ze bleven staan op hun favoriete plek: vanuit hier overzag je de mensenmassa bijgelicht door fakkels. De spar met haar lichtjes als een piramide van licht smaller naar boven tot in de sterrenhemel. Miriam kneep haar ogen samen en alles werd één geheel: 'de Melkweg is de snelweg van God' zoals ze leerde, 'de lichtjes van de spar zijn de afslag naar hier'.

Jongeren hingen zoals bij iedere kerstviering al uren bij het podium rond, allen in hun gilde groepen. Dat was behalve traditie ook voorschrift, het terrein was verdeeld in gildevakken, er werd strikt toezicht gehouden door gildemeesters. Naast het podium speelden muziekanten. Miriam sloeg haar armen over elkaar: daar had ik ook kunnen staan!

Het hologram op het podium lichte groenachtig op en in een trage stroom passeerden namen van hen dit jaar overleden. De muziek zweeg, het moment was voorbij. Het hologram kleurde naar stralend wit en de voorganger verscheen in beeld, levensgroot met zijn duizend rimpels en welwillende glimlach. Behalve de roep van een nachtuiltje, wat gehoest en gekuch werd het werkelijk stil ...

'Welkom broeders en zusters, reisgenoten, op onze lange reis door de eeuwigheid legden wij opnieuw een jaar af, en mag ik u in herinnering brengen dat 't een gedenkwaardig jaar was? Wij stonden zojuist stil bij hen die ons ontvielen maar ...'

De voorganger mag zijn neusharen wel eens trimmen ... zag en dacht Miriam ... 'Mogen we deze avond de bemanning van de Stardust, onze kerstster maar tevens een verkenningsschip van het Imperium in ons midden begroeten, onze gasten op deze kerstviering'.

Er ging een schok door de menigte. Fakkellichtjes dansten op en neer: onbekende mannen en vrouwen kwamen in beeld. Hun nauwsluitende kleding verraadde iedere vorm. Wat een merkwaardig lichte ogen. Zij droegen geen hoofdbedekking en wat een wonderlijk lichte haarkleuren. Geen van hen droeg gildelinten! Geroezemoes, er gingen oo's en aa's op, zelfs gevolgd door een aarzelend applaus.

De gebruikelijke lezing van het aloude verhaal over Josef, Maria en het kindeke ging voorbij aan Miriam. Slechts eenmaal in de vijftig jaar werden zij bezocht door de oude carrier, de Mathilda. Miriam en zelfs haar ouders hadden dit nooit meegemaakt. Het bezoek van de Stardust was een grote uitzondering. De preek vervolgde over vreemdelingen, mensen die anders zijn, gastvrijheid, een plaats in de herberg vinden.

Na het 'gaat henen in vrede' verscheen een bestuurder in beeld: 'de volgende personen wordt verzocht zich te melden bij het podium: zij krijgen allen één van de bemanningsleden te gast om de kerst te vieren'

Moest ze hopen of vrezen? Miriam wist het niet. Of toch wel? Was haar moeder daarom zo bezig met kledingvoorschriften, was haar vader daarom zo vaak weg?

Hun naam werd echter niet genoemd ...

Monday, December 17, 2012

Kerst te Argus I



 Betlehemdal

Het begon al te schemeren. Er klonk aanhoudend geklop uit het dal, de hamers van  timmerlieden die het podium bouwden.

Miriam bekeek haar kleding in de spiegel: een zwarte dracht versierd met linten zoals iedereen gekleed ging. Slechts de linten konden verschillen. Haar gezichtsuitdrukking ontspande: het zat eindelijk goed.

Achter zich in de spiegel zag ze haar luit aan de muur hangen: zo ongebruikt, zo nutteloos. Miriam slaakte een diepe zucht: de herinnering aan eindeloos oefenen met haar vader, de spanning van het voorspelen en tenslotte de afwijzing: zij zou niet spelen op de samenkomst. Ze nam de haarspelden in haar mond en bond het haar naar achteren.

Het lag natuurlijk ook aan haar moeder: alleen maar bezig met de kledingvoorschriften. En zeker aan die vreselijke Naoki met zijn grote verhalen. Volgens klasgenoten had hij een oogje op haar. En natuurlijk vooral aan haar vader, de historicus van de gemeenschap, zo vaak van huis de laatste weken. Daardoor hadden ze veel te weinig geoefend. En dan was er die onlangs verschenen ster waar iedereen van sprak: de kersster.

Het opzetten van haar witte kapje lukte in één keer. Ze pakte de lange sierlijke spelden om het kapje vast te zetten. vervolgens de beide sierijzers. Ze stapte achteruit. Gelijke hoogte? Goed zo? Het kapje, de goud glimmende sierijzers, de groene en bruine gildelinten: bruin van haar vader, groen van haar moeder, alles klopte. Mama kon tevreden zijn!

Vanuit haar zolderraampje toonde zich de andere wereld: weilanden, daken, beboste heuvels, de stompe toren 'Brug' geheten, alles getooid in smetteloos wit. Zoals ieder jaar had het gesneeuwd. Dieper het dal in zag ze de lichtjes van de kerstspar en het podium in aanbouw. Nog even en ze zouden op weg gaan naar de bijeenkomst ...