Ondanks de vakantieperiode was de trein voor driekwart gevuld. In die zin gaat het goed met de NS. Zodra de trein de schaduw van het overdekte perron verliet viel een gouden strijklicht door de couperaampjes. De ochtendzon deed haar werk: in mijn gouden coupe veranderden medereizigers in eigentijdse portretten van Rembrandt. Verderop zat het werk van een andere oude meester: zo'n meisje van Johannes Vermeer. Ze droeg een hoofddoekje, boog zich voor deze keer niet over de beroemde brief maar over een boek. Door m'n ogen half dicht te knijpen openden zich deuren naar de impressionisten. De lange magere conducteur die in de deuropening verscheen was de postbesteller van Vincent van Gogh. Toen ik mijn kaartje tevoorschijn haalde was het moment al voorbij ... ik was weer forens met de forensen.
Oorzaak van deze hyperesthetische ervaring was naast ochtendlicht relatieve bewegingloosheid van de 'objecten'. Het meisje tegenover mij las deel twee van een fantasy boek, iets met zwaarden. De oudere vrouw aan de andere kant van het gangpad las een literaire thriller. Maar ook verderop: vrijwel iedereen las een (gratis) krant, een boek of een blad.
Opmerkelijk zo'n leescoupe in deze tijd van ontlezing! Toeval? Uit onderzoeksgegevens blijkt dat onze hoeveelheid vrije tijd niet meer toe neemt en er steeds meer andere mogelijkheden komen om die vrije tijd te besteden. Desondanks is zelfs de economische crisis nog niet terug te vinden in verkoopcijfers van de boekhandels. Ik vraag mij af hoe dit gaat aflopen.
Friday, October 16, 2009
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment