De samenkomst
Gearmd met
haar ouders ging ze de bekende weg. Miriam in het midden, haar ouders ieder aan
een kant. Een stukje omhoog door de velden, langs het boomgroepje, een flauwe
bocht omhoog en weer naar beneden. Boven hen de sterren, in de verte een rij
bewegende lichtjes: andere gezinnen met hun fakkels, ook op weg naar de
viering. Het was windstil, niet koud, de sneeuw knerpte onder hun schoenen.
Naarmate ze naderden hoorden ze stemmige muziek en geroezemoes.
Ze bleven staan
op hun favoriete plek: vanuit hier overzag je de mensenmassa bijgelicht door
fakkels. De spar met haar lichtjes als een piramide van licht smaller naar
boven tot in de sterrenhemel. Miriam kneep haar ogen samen en alles werd één
geheel: 'de Melkweg is de snelweg van God' zoals ze leerde, 'de lichtjes van de
spar zijn de afslag naar hier'.
Jongeren
hingen zoals bij iedere kerstviering al uren bij het podium rond, allen in hun
gilde groepen. Dat was behalve traditie ook voorschrift, het terrein was
verdeeld in gildevakken, er werd strikt toezicht gehouden door gildemeesters.
Naast het podium speelden muziekanten. Miriam sloeg haar armen over elkaar:
daar had ik ook kunnen staan!
Het
hologram op het podium lichte groenachtig op en in een trage stroom passeerden
namen van hen dit jaar overleden. De muziek zweeg, het moment was voorbij. Het
hologram kleurde naar stralend wit en de voorganger verscheen in beeld,
levensgroot met zijn duizend rimpels en welwillende glimlach. Behalve de roep
van een nachtuiltje, wat gehoest en gekuch werd het werkelijk stil ...
'Welkom
broeders en zusters, reisgenoten, op onze lange reis door de eeuwigheid legden
wij opnieuw een jaar af, en mag ik u in herinnering brengen dat 't een
gedenkwaardig jaar was? Wij stonden zojuist stil bij hen die ons ontvielen maar
...'
De
voorganger mag zijn neusharen wel eens trimmen ... zag en dacht Miriam ...
'Mogen we deze avond de bemanning van de Stardust, onze kerstster maar tevens
een verkenningsschip van het Imperium in ons midden begroeten, onze gasten op
deze kerstviering'.
Er ging een
schok door de menigte. Fakkellichtjes dansten op en neer: onbekende mannen en
vrouwen kwamen in beeld. Hun nauwsluitende kleding verraadde iedere vorm. Wat
een merkwaardig lichte ogen. Zij droegen geen hoofdbedekking en wat een
wonderlijk lichte haarkleuren. Geen van hen droeg gildelinten! Geroezemoes, er
gingen oo's en aa's op, zelfs gevolgd door een aarzelend applaus.
De
gebruikelijke lezing van het aloude verhaal over Josef, Maria en het kindeke
ging voorbij aan Miriam. Slechts eenmaal in de vijftig jaar werden zij bezocht
door de oude carrier, de Mathilda. Miriam en zelfs haar ouders hadden dit nooit
meegemaakt. Het bezoek van de Stardust was een grote uitzondering. De preek
vervolgde over vreemdelingen, mensen die anders zijn, gastvrijheid, een plaats
in de herberg vinden.
Na het
'gaat henen in vrede' verscheen een bestuurder in beeld: 'de volgende personen
wordt verzocht zich te melden bij het podium: zij krijgen allen één van de
bemanningsleden te gast om de kerst te vieren'
Moest ze hopen
of vrezen? Miriam wist het niet. Of toch wel? Was haar moeder daarom zo bezig
met kledingvoorschriften, was haar vader daarom zo vaak weg?
Hun naam
werd echter niet genoemd ...
No comments:
Post a Comment