Via de Spaanse romans "Don Quichot" van Cervantes en "Nevel" van Miguel de Unamuno gaat hij in op de ingewikkelde relatie tussen fictie en werkelijkheid. De hoofdpersoon in het boek van Unamuno zegt dat hij door het kunstwerk wordt bevrijd van het besef te bestaan. In het lezen is de werkelijkheid van het boek echter dan die van het wereldse ‘ik'.
Groot stelt dat romans en verhalen diep op de werkelijkheid kunnen ingaan juist door zich van die werkelijkheid los te maken. Hij verklaart filosofisch aan de hand van het denken van onder andere Sartre hoe het mogelijk is dat het ‘ik' tijdens het lezen in feite verdwijnt zodat op dat moment de fictie 'echte' werkelijkheid wordt.
‘Vergeten te bestaan' bevat de tekst van de rede zoals door de auteur in verkorte vorm uitgesproken bij de aanvaarding van zijn ambt. Het is een boeiende poging literatuur en filosofie met elkaar te verbinden
No comments:
Post a Comment